Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0
opensperren:
- Wijd opendoen.
- Een kleur die niet opvalt in de omgeving.
- Een huid bedekt met dunne plaatjes die aan één kant vastzitten.
koudbloedig:
- Zonder vaste lichaamstemperatuur. Koudbloedige dieren nemen de temperatuur van de omgeving aan.
- Zonder botten.
- Ervoor zorgen dat iets of iemand niet opvalt.
de omnivoor:
- Zonder botten.
- Een rij botjes die van boven naar beneden over het midden van je rug loopt. Een ander woord ervoor is: ruggengraat.
- Een dier dat zowel planten als vlees eet.
de wervelkolom:
- Een rij botjes die van boven naar beneden over het midden van je rug loopt. Een ander woord ervoor is: ruggengraat.
- Zonder botten.
- Opvallend, apart.
de herbivoor:
- Wijd opendoen.
- Een dier dat alleen planten eet.
- Een dier dat zowel op het land als in het water kan leven.
het land van herkomst:
- Een huid bedekt met dunne plaatjes die aan één kant vastzitten.
- Zonder vaste lichaamstemperatuur. Koudbloedige dieren nemen de temperatuur van de omgeving aan.
- Het land waar je oorspronkelijk vandaan komt.
reflecteren:
- Terugkaatsen.
- Opvallend, apart.
- Een mens of dier met wit haar, een witte huid en vaak rode ogen.
ongewerveld:
- Een huid bedekt met dunne plaatjes die aan één kant vastzitten.
- Zonder botten.
- Een dier dat alleen vlees eet.
de albino:
- Zonder vaste lichaamstemperatuur. Koudbloedige dieren nemen de temperatuur van de omgeving aan.
- Doorschijnend.
- Een mens of dier met wit haar, een witte huid en vaak rode ogen.
het pantser:
- Doorschijnend.
- Een harde huidlaag bij dieren die als een schild beschermt.
- Bang makend, afschuwelijk eng.
de natuurlijke vijand:
- Een dier dat jou als prooi wil.
- Opvallend, apart.
- Terugkaatsen.
buitenissig:
- Een dier dat jou als prooi wil.
- Opvallend, apart.
- Wijd opendoen.
afschrikwekkend:
- Een manier om niet op te vallen door je aan de omgeving aan te passen.
- Een dier dat jou als prooi wil.
- Bang makend, afschuwelijk eng.
de amfibie:
- Een dier dat alleen planten eet.
- Wijd opendoen.
- Een dier dat zowel op het land als in het water kan leven.
de geschubde huid:
- Een huid bedekt met dunne plaatjes die aan één kant vastzitten.
- Een harde huidlaag bij dieren die als een schild beschermt.
- Een mens of dier met wit haar, een witte huid en vaak rode ogen.
de camouflage:
- Een manier om niet op te vallen door je aan de omgeving aan te passen.
- Opvallend, apart.
- Zonder botten.
de schutkleur:
- Terugkaatsen.
- Een kleur die niet opvalt in de omgeving.
- Een huid bedekt met dunne plaatjes die aan één kant vastzitten.
de carnivoor:
- Ervoor zorgen dat iets of iemand niet opvalt.
- Een dier dat jou als prooi wil.
- Een dier dat alleen vlees eet.
transparant:
- Een huid bedekt met dunne plaatjes die aan één kant vastzitten.
- Doorschijnend.
- Bang makend, afschuwelijk eng.
camoufleren:
- Een dier dat alleen planten eet.
- Zonder vaste lichaamstemperatuur. Koudbloedige dieren nemen de temperatuur van de omgeving aan.
- Ervoor zorgen dat iets of iemand niet opvalt.