Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

dairy:

  • winkeleigenaar
  • zuivelhandel
  • waarschijnlijk

shopkeeper:

  • klant
  • winkeleigenaar
  • duur

discount:

  • artikel
  • kassabon
  • korting

probably:

  • waarschijnlijk
  • pakketje
  • koopje

careful:

  • voorzichtig
  • winkeleigenaar
  • pakketje

butcher's:

  • gratis
  • slagerswinkel
  • kledingzaak

free:

  • gratis
  • voorzichtig
  • waarschijnlijk

customer:

  • duur
  • klant
  • voorzichtig

for example:

  • pakketje
  • bijvoorbeeld
  • klant

large/medium/small:

  • artikel
  • rij
  • groot/midden/klein

expensive:

  • gratis
  • winkelbediende
  • duur

clothes shop:

  • apotheek/drogisterij
  • kledingzaak
  • rij

bargain:

  • pakketje
  • gratis
  • koopje

chemist's:

  • apotheek/drogisterij
  • klant
  • rij

almost:

  • zuivelhandel
  • koopje
  • bijna

shop assistant:

  • kassabon
  • winkelbediende
  • slagerswinkel

article:

  • artikel
  • slagerswinkel
  • rij

receipt:

  • klant
  • rij
  • kassabon

parcel:

  • pakketje
  • kledingzaak
  • rij

queue:

  • slagerswinkel
  • rij
  • apotheek/drogisterij