Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

Een professionele sporter. Je sport voor je beroep:

  • de conditie
  • het startblok
  • de prof

In evenwicht proberen te blijven:

  • de pass
  • balanceren
  • beoefenen

Een sport die je in je eentje beoefent.:

  • de conditie
  • de individuele sport
  • de puck

Een trap of worp, waarmee je de bal naar een teamspeler overspeelt.:

  • de prof
  • de pass
  • sportief

Gewond:

  • de puck
  • geblesseerd
  • sensationeel

Een sport die je lang achter elkaar doet, zoals lang rennen:

  • de duursport
  • sportief
  • tackelen

Dat ben je als je veel aan sport doet of als je goed tegen je verlies kunt.:

  • het startblok
  • schakelen
  • sportief

De manier waarop je iets aanpakt om iets te bereiken:

  • de tactiek
  • de puck
  • tackelen

Een blok waar je tegenaan staat bij de start van een wedstrijd.:

  • het startblok
  • beoefenen
  • de pass

Iemand met opzet laten struikelen:

  • de tactiek
  • de techniek
  • tackelen

De platte schijf bij ijshockey.:

  • schakelen
  • de puck
  • de duursport

Heel enthousiast en fel, graag willen winnen:

  • sportief
  • de conditie
  • fanatiek

Als eerste de bal in het spel brengen bij een sport met een net.:

  • de conditie
  • serveren
  • beoefenen

Iets doen of uitvoren. Als je een sport beoefent, doe je aan die sport.:

  • beoefenen
  • balanceren
  • sensationeel

Je lichamelijke toestand, hoe fit en gezond je bent:

  • sensationeel
  • de puck
  • de conditie

Iets wat sensationeel is, veroorzaakt grote opwinding.:

  • de tactiek
  • sensationeel
  • de techniek

De manier waarop je iets doet.:

  • geblesseerd
  • de timing
  • de techniek

Een soort staaf waarmee je tegen een bal slaat.:

  • de stick
  • de tactiek
  • de individuele sport

Iets op het goede moment doen.:

  • serveren
  • de timing
  • de puck

Van het ene naar het andere overgaan.:

  • tackelen
  • schakelen
  • balanceren