Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

Iemand die veel durft en niet snel bang is.:

  • actief
  • het lef
  • de waaghals

Een wedstrijdbaan. Een route die je moet afleggen bij een wedstrijd.:

  • het parcours
  • de piste
  • het lef

Om te ontspannen, voor je plezier:

  • ontspannen
  • recreatief
  • afraden

Een kapotte of pijnlijke plaats aan je lichaam, vaak door het sporten.:

  • de blessure
  • ontspannen
  • de vrees

De snelheid waarmee je iets doet.:

  • het tempo
  • de kick
  • het lef

Het advies geven om het niet te doen.:

  • de piste
  • het tempo
  • afraden

Iemand die snel bang is:

  • de blessure
  • recreatief
  • de angsthaas

De angst.:

  • de waaghals
  • de hindernis
  • de vrees

Aanprijzen. Zeggen dat iets of iemand goed is.:

  • aanbevelen
  • de waaghals
  • het tempo

Als je afwacht wat er gebeurt, ben je passief.:

  • het tempo
  • passief
  • de vrees

Als je dingen doet, zonder te bedenken wat het gevaar kan zijn.:

  • roekeloos
  • aanbevelen
  • de waaghals

Veel doen, je krachten gebruiken:

  • recreatief
  • inspannen
  • het parcours

Tot rust komen.:

  • het tempo
  • actief
  • ontspannen

De durf.:

  • het lef
  • afraden
  • inspannen

Klappen krijgen of teleurgesteld worden en daarmee kunnen omgaan.:

  • roekeloos
  • incasseren
  • aanbevelen

Een sterk gevoel van plezier en kracht.:

  • het parcours
  • de piste
  • de kick

Een baan voor skiƫrs en wielrenners:

  • de aanloop
  • recreatief
  • de piste

Iets wat in de weg staat:

  • actief
  • afraden
  • de hindernis

Actieve mensen doen veel en bewegen veel.:

  • de vrees
  • de waaghals
  • actief

Een stukje rennen om vaart te maken voor een sprong:

  • de kick
  • recreatief
  • de aanloop