Familie les 5 - Kaiji Design

Lessen

Aantal vragen: 20

Goed: 0

Fout: 0

de historie:

De geschiedenis.
Een langdurige vijandschap.
Gemiddeld, heel gewoon.

harmonieus:

De oudste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam.
Goed bij elkaar passend.
De nakomeling, de afstammeling.

doorsnee:

Gemiddeld, heel gewoon.
Iets meekrijgen van ouders of voorouders, zoals een talent.
Goed bij elkaar passend.

opvolgen:

De man of vrouw met wie je samenleeft of getrouwd bent.
Iemands taak overnemen, nadat die ermee gestopt is.
Alle personen uit een familie, vanaf de allereerste voorouders.

roemrucht:

Met veel zorg en aandacht voor anderen.
Goed bij elkaar passend.
Beroemd en berucht tegelijk.

de vete:

Een langdurige vijandschap.
De geschiedenis.
De nakomeling, de afstammeling.

de stamvader:

Goed bij elkaar passend.
De man waar een familie van afstamt.
Het kind, kleinkind, achterkleinkind of kind dat daar weer uit geboren is. De nakomeling.

het geslacht:

De nakomeling, de afstammeling.
Alle personen uit een familie, vanaf de allereerste voorouders.
De man of vrouw met wie je samenleeft of getrouwd bent.

het probleemgezin:

Een gezin met veel problemen.
De man of vrouw met wie je samenleeft of getrouwd bent.
Iemands taak overnemen, nadat die ermee gestopt is.

zorgzaam:

Beroemd en berucht tegelijk.
De jongste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam.
Met veel zorg en aandacht voor anderen.

de nakomeling:

Het kind, kleinkind, achterkleinkind of kind dat daar weer uit geboren is. De nazaat.
Het kind, kleinkind, achterkleinkind of kind dat daar weer uit geboren is. De nakomeling.
Een gezin met veel problemen.

de bloedverwant:

Iemand die familie van je is, niet aangetrouwd.
De man waar een familie van afstamt.
Alle personen uit een familie, vanaf de allereerste voorouders.

senior:

De jongste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam.
Een langdurige vijandschap.
De oudste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam.

de nazaat:

Het kind, kleinkind, achterkleinkind of kind dat daar weer uit geboren is. De nakomeling.
De nakomeling, de afstammeling.
Alle personen uit een familie, vanaf de allereerste voorouders.

de gezinscoach:

Iemands taak overnemen, nadat die ermee gestopt is.
De nakomeling, de afstammeling.
Iemand die voor zijn werk gezinnen met problemen helpt. Bijvoorbeeld op het gebied van wonen of opvoeden.

de partner:

Een gezin met veel problemen.
De man of vrouw met wie je samenleeft of getrouwd bent.
Het gezin wordt groter, doordat er een kind bij komt.

de telg:

De oudste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam.
De man waar een familie van afstamt.
De nakomeling, de afstammeling.

de gezins- uitbreiding:

Het gezin wordt groter, doordat er een kind bij komt.
Iets meekrijgen van ouders of voorouders, zoals een talent.
De man of vrouw met wie je samenleeft of getrouwd bent.

erven:

Iets meekrijgen van ouders of voorouders, zoals een talent.
Een langdurige vijandschap.
Met veel zorg en aandacht voor anderen.

junior:

Het gezin wordt groter, doordat er een kind bij komt.
De geschiedenis.
De jongste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam.