Lessen
Aantal vragen: 20
Goed: 0
Fout: 0

De omgeving waarin iets zich afspeelt, de omstandigheden.:

  • de context
  • accentueren
  • verfijnen

De persoonlijkheid. Dat wat je onderscheidt van anderen.:

  • de identiteit
  • creeëren
  • verfijnen

Tekenen. Versieren of toelichten met plaatjes.:

  • de identiteit
  • creeëren
  • illustreren

Een soort tekenfilm. Beelden die op elkaar lijken, snel achter elkaar laten zien, zodat het lijkt alsof het bewegende beelden zijn.:

  • weergeven
  • de stijl
  • de animatie

Laten horen of laten zien.:

  • weergeven
  • gedetailleerd
  • de context

Benadrukken, beter laten uitkomen.:

  • verfijnen
  • accentueren
  • de context

Een gesprek tussen twee mensen.:

  • het lettertype
  • de dialoog
  • de cartoon

Met elkaar te maken hebben.:

  • de identiteit
  • samenhangen
  • verfijnen

Schuingedrukt.:

  • de cartoon
  • cursief
  • de gezichtsuitdrukking

De manier waarop je iets doet.:

  • creeëren
  • de dialoog
  • de stijl

Opvallend en raak.:

  • gedetailleerd
  • treffend
  • de stijl

De manier waarop je kijkt. Het gevoel dat je zonder woorden met je gezicht laat zien.:

  • de identiteit
  • de gezichtsuitdrukking
  • samenhangen

Voorstellen. Een hartje symboliseert verliefdheid.:

  • treffend
  • symboliseren
  • de stijl

Een getekende mop.:

  • het lettertype
  • de dialoog
  • de cartoon

Als het met tekenen te maken heeft.:

  • accentueren
  • grafisch
  • de dialoog

Uitwerken. De precieze details aanbrengen.:

  • de context
  • de animatie
  • verfijnen

De lettersoort. De manier waarop de letter getekend of gedrukt is.:

  • accentueren
  • samenhangen
  • het lettertype

Scheppen, iets maken of bedenken.:

  • samenhangen
  • creeëren
  • de identiteit

Dat wat je met iets bedoelt. Het idee dat je de ander wilt duidelijk maken.:

  • het lettertype
  • illustreren
  • de strekking

Met de kleinste bijzonderheden erbij.:

  • cursief
  • illustreren
  • gedetailleerd